De Heilige Grafkerk: een 'gebalsemde' ansichtkaart uit Jeruzalem

LET OP: in tegenstelling tot vorig jaar doe ik (Marco) hier weer zelf verslag van mijn reisbelevenissen. De leerlingen die met ons mee reizen schrijven over hun ervaringen op de website van de school. Zie: www.lekenlinge.nl

Ik kan iedereen uit ervaring verzekeren dat het geen geringe opgave is om leerlingen 60 minuten achtereen hard te laten werken. Onze leerlingen hebben er vandaag inmiddels bijna 14 uur op zitten en ...er is heel hard gewerkt en heel veel gezien en zonder twijfel ook geleerd. En geklaagd is er niet. Vandaag stond de kennismaking met de Oude Stad van Jeruzalem op het programma. HET centrale thema van ons nieuwe profielwerkstukproject. We zijn de dag begonnen met de Tempelberg en dat betekent altijd een rij. Een heel lange rij. En altijd in de brandende zon. En altijd duurt dat dan minimaal een uur. En vrijwel altijd lukt het ons dan om voor 10 uur (daarna kun je er als niet-moslim niet meer op) de Tempelberg te betreden. Probleem is ook altijd dat de islamitische 'ordedienst' ons naar de uitgang begint te dirigeren wanneer we er net zijn. Kortom: gehaast foto's maken en nauwelijks de tijd om even wat langer rond te kijken. Gelukkig kun je uren ongestoord rondbrengen in de Heilige Grafkerk! Daar hoef je van niemand weg en er is heel veel te zien. Een van de fijnste plekken om te zien wat het geloof met mensen doet is de Steen van de Balseming (voor wie niet zo bijbelvast is: Jezus zou vóór de graflegging op deze steen zijn gebalsemd). Uiteraard stoor ik mij even niet aan het feit dat deze steen in 1810 is neergelegd en daarmee het voorafgaande toch weer wat lastiger serieus te nemen is. Het deert de gelovigen in het geheel niet! Vooral vrouwen uit Rusland en deOekraine zijn niet bij de steen weg te slaan. Zij hebben zonder uitzondering plasticzakken vol met souveniers bij zich die even over de steen heen moeten. Het levert een hele reeks fantastische taferelen op. Vandaag zag ik een Russische vrouw in de weer met de ansichtkaarten die ze naar ik aanneem van plan is naar familie en vrienden te sturen. Dat moeten natuurlijk wel gebalsemde kaarten zijn. Ze had handenvol kaarten die even ingewreven moesten worden. Op de knietjes dus en wrijven maar. Maar ... dan heb je ook wat! Daarna nog even een uurtje in de rij voor de Rotonde (het veronderstelde graf van Christus) en dan tot slot nog even wat pilaren kussen. Ik kan er geen genoeg van krijgen. En toen hebben we uiteraard ook nog een uurtje aan de Klaagmuur doorgebracht, het was er heel erg rustig, en nog wat tussen de graven op de Olijfberg gezworven. Tijdens deze reis moeten vooral ook de foto's het verhaal vertellen. De tijd en energie voor langere verhalen is er niet. Morgen Yad Vashem en de holocaust.

Een kopje thee bij Milada

De vertrekdag is verlopen zoals je je dat wenst. Regen bij vertrek, files op de rondwegen bij Amsterdam en een Chinees echtpaar voor je in de rij bij de incheckbalie dat heel graag hun zojuist in Nederland aangeschafte paraplu mee het toestel in wil nemen. En dat mag niet. En dat begrijpen de Chinezen niet. Of ze willen dat niet begrijpen. Of het zijn heel dure regenschermpjes. Kortom: het duurt bijna 30 minuten en we hadden afgesproken samen de douane te passeren. Wachten dus voor de anderen. Op deze eerste vrijdag van de herfstvakantie heeft de Nederlandse marechaussee besloten wel twee functionarissen opdracht te geven de paspoorten te controleren van de duizenden mensen die vanavond noggaan vliegen. De twee Chinezen blijken niet alleen te reizen en plotseling staan we in de rij met nog 400 andere Chinezen. Zoals iedereen weet ... er zijn erg veel Chinezen. Daarna is alles zeer voorspoedig verlopen. Hoewel ... het serveren van de (zeer smakelijke) maaltijd neemt wel heel erg veel tijd in beslag. De stewardessen glimlachen alsof het een vlucht van een Aziatische maatschappij is maar de vaart komt er maar niet in. Ik nuttig het dessert wanneer je Tel Aviv al ziet liggen. En dat is ruim 4 uur na vertrek uit Amsterdam. Een enorm voordeel van deze aankomsttijd (02.30 uur) is het feit dat de snelweg van Tel Aviv naar Jeruzalem geheel verlaten is. En dat is overdag absoluut niet het geval. De autoweg tussen Tel Aviv en Jeruzalem is veruit de drukste van het land. Maar nu dus even niet en dat is fijn. Het welkom in Beit Sahour, de Israelische grenswachten keuren ons geen blik waardig want wie de Westbankop gaat moet dat toch echt helemaal zelf weten, is hartelijk. Milada, onze lieftallige gastvrouw, is meteen een en al hulpvaardigheid. Of we thee willen? Nee, we willen naar bed maar dank voor het aanbod. Twee minuten later staan er 30 (altijd te veel) koppen dampende mokken thee. Ieder afgeslagen aanbod wordt door Milada gezien als een aanmoediging om er nog een schepje bovenop te doen. Om vijf uur zitten we dan alsnog met een tiental vermoeide strijders aan de thee en uiteraard heerlijk zoete koek. De hanen beginnen al te kraaien en het wordt licht. En toen zijn wij toch maar naar bed gegaan. Aan het rumour op straat te horen staan veel Palestijnen rond deze tijd al weer op. Erg vast slapen doe ik als gevolg van het lawaai niet en ik droom over de jacht op een hond die tussen zes entien uur onafgebroken heeft staan blaffen in de tuin van de buren.Vandaag een relatief kort programma: Bethlehem (de Muur), vluchtelingenkamp Aida en de geboortekerk. En daarover later meer.

LET OP: de leerlingen doen zelf verslag van hun belevenissen op de website van de school www.lekenlinge.nl

Op weg naar ... Jeruzalem (de eeuwige stad)

Het is lang stil geweest. Daar was ook alle reden toe. Het is goed om nu en dan je mond te houden. Maar ... aan die stilte komt binnenkort een eind. Op 12 oktober vertrek ik met drie van mijn collega's (wederom) naar Israel en de Palestijnse gebieden. Einddoel deze keer: een tentoonstelling over JERUZALEM De eeuwige stad. Te zien infebruari 2013 in het Oude Stadhuis op de Markt in Culemborg.Dit reisblog gaan we tijdens onze nieuwe studiereisvooral gebruiken om dagelijks foto's te tonen van onze belevenissen. De meeste verhalen zullen geplaatst worden op de website van de school (www.lekenlinge.nl). Dat laatste biedt het voordeel dat in principe iedereen mee kan lezen. Worldwide! Dit korte bericht uit het altijd gezellige Culemborg heeft ook tot doel mijn huidige volgers er op te wijzen dat je door middel van een eenvoudige muisklik jezelf van mijn mailinglist kunt laten afvoeren. Veel leerlingen van toen zijn de studenten van nu en inmiddels allemaal in heel andere wereld terechtgekomen. Nu zal ik natuurlijk niet beweren dat je het verleden moet vergeten maar soms moet je keuzes maken en is het zaak om je emailtoevoer wat te reguleren. Dit blog wordt dus binnenkort weer actief en dat wilde ik even kwijt. Voor alle uitgevlogenen: het ga jullie goed! Een hartelijke groet mede namens Eric van der Donk, Mark van Dooren,Floor de Ronde en Kees van der Zwaard (hoewel Kees deze keer vanaf de zijlijn meekijkt).

Promo-film Israel en de Palestijnse gebieden! Op weg naar theater jouw land, mijn land.

In oktober 2011 bezocht ik met een aantal van mijn collega's en 18 leerlingen uit 6 VWO Israel (voornamelijk Jeruzalem) en de Palestijnse gebieden. We deden van de week in enkele verhalen al eerder verslag. Nu is er ook een promo-filmpje verschenen gemaakt door leerling/acteur Abel van Dijk dat ik jullie als volgers allemaal van harte wil aanbevelen. Het vangt in beelden en geluiden wat je soms in een verhaal niet (goed) duidelijk kunt maken. Dit filmpje gebruiken we straks ook om aandacht te vragen voor de theatervoorstellingen (jouw land, mijn land is te zien vanaf donderdag 14 juni in Theater De Fransche School te Culemborg). Daarnaast gaan deze 18 leerlingen nu ook de basisscholen in Culemborg en omgeving bezoeken om verhaal te doenvan hun belevenissen. Ook daar gaat het filmpje een rol spelen. Rond 1 maart gaat de website de lucht in en verschijnt ook de poster en flyer. Wellicht zien we elkaar in juni in het theater?! Kaarten kun je vanaf 1 maart bestellen via de website.

Maar nu dus eerste even aandacht voor het fraaie filmpje van Abel (complimenten!) :


http://www.youtube.com/watch?v=VSmDSc3qrSA

Werken in het onderwijs op Bonaire

Thuis in Nederland heb ik een doos waarin ik de aantekenboekjes bewaar die ik volschreef in de jaren dat ik op Bonaire werkte (1997-1999). Met die aantekeningen heb ik nooit iets gedaan. Ik kan niet aangeven waarom ik de inhoud van die notities nooit heb omgewerkt tot een boekje maar kort na mijn terugkeer in Nederland wel ben gaan schrijven over tal van andere reizen die ik toen ben gaan maken. Nu ik dit stukje tik bedenk ik mij dat het verschil misschien wel ligt in het woord ‘reizen'. Ergens anders gaan wonen en werken voelt niet als het maken van een reis of op vakantie gaan. Het is het dagelijks leven maar dan ergens anders. Al het bijzondere is dan al gauw weer heel gewoon. Niet iets om over te schrijven en zeker niet te publiceren. Kortom: er zijn verhalen die nog altijd verteld moeten worden. Verhalen over een gepassioneerde onderwijs-macamba (scheldnaam in het Papiaments voor een Nederlander) op Bonaire in een land (=Nederlandse Antillen) dat maar geen land wilde worden en het nu ook niet meer is. Voor deze sentimental journey heb ik de aantekenboekjes in mijn reistas gestoken. Een waar feest om ze juist hier te herlezen. Ik blijk de film van toen zonder enige moeite opnieuw te kunnen afspelen. Om de belevenissen enig belang mee te geven beginnen we bij mijn bezoek aan de minister van onderwijs in Willemstad. Over een vergadering waarin ik wel iets moest zeggen maar niets mocht zeggen.

Hoewel ik naar Bonaire kwam als eerste graad docent geschiedenis, ik behoorde met vijf anderen tot de eerste lichting docenten die met die bevoegdheid door het schoolbestuur waren aangetrokken, heb ik uiteindelijk op de Scholengemeenschap Bonaire (SGB) vrijwel geen les gegeven. Binnen twee maanden na mijn aankomst was ik ook werkzaam bij de Dienst Onderwijs (SEK) van het eilandgebied Bonaire (als onderwijsvernieuwer met als opdracht de Antilliaanse basisvorming in te voeren op de SGB), schreef ik artikelen voor het dagblad Amigoe en gaf ik 's avonds les op de APEBON (een opleiding waar Antillianen werden klaargestoomd voor het beroep van leerkracht in het basisonderwijs). Kortom: ik had alleen tijd om 4 en 5 HAVO geschiedenis te geven. Leuk detail: mijn zes (!) examenleerlingen gaf ik doorgaans les in de lerarenkamer of bij mij thuis in de woonkamer (!). Voor mij was doorgaans geen lokaal beschikbaar of de deur van het enige lege lokaal was op slot en de sleutel ‘verdwenen'. Als meest deskundige ambtenaar van het eilandgebied, opeens was ik expert wat betreft de invoering van de basisvorming, was het ook mijn taak de gedeputeerde (=wethouder) van onderwijs te vergezellen naar de vergaderingen die werden gehouden onder leiding van de minister van onderwijs van de Nederlandse Antillen (Curacao, Bonaire, Sint-Maarten, Sint-Eustatius en Saba). Om het ieder eiland naar de zin te maken werden die bijeenkomsten niet alleen in Willemstad georganiseerd maar ook op alle andere betrokken eilanden. Het was een van de dingen waartegen ik natuurlijk geen bezwaar maakte: zo kon ik binnen enkele maanden alle eilanden (ook bovenwinds!) bezoeken. Waarmee ik echter de allereerste keer geen rekening had gehouden was het feit dat mijn gedeputeerde absoluut geen zin had om ook daadwerkelijk op die vergaderingen te verschijnen. Dat merkte ik pas toen ik tijdens mijn eerste ontmoeting met de minister en alle andere gedeputeerden van de overige eilanden de vraag kreeg voorgelegd hoe het er nu voor stond met de geplande invoering van de basisvorming op Bonaire. Toen ik aan mijn zorgvuldig voorbereide uiteenzetting wilde beginnen ontnam de minister mij nog voordat ik iets gezegd had het woord omdat ik alleen gerechtigd was te spreken in aanwezigheid van mijn meerdere: de gedeputeerde van onderwijs van Bonaire. Om een lang verhaal ... zes uur later ben ik naar het vliegveld Hato vertrokken en weer naar Bonaire gevlogen. Het woord heb ik in die vergadering niet kunnen voeren. Mijn gedeputeerde is nooit in de vergaderzaal gearriveerd hoewel hij de dag daarvoor wel samen met mij naar Curacao was gevlogen. Twee dagen later sprak ik hem weer in zijn kamer op het Bestuurskantoor in Kralendijk. Over die vergadering hebben we het nooit meer gehad. In de notulen van het overleg met de minister, die ik later die week ontving, stond dat er geen nieuwe ontwikkelingen te melden waren op Bonaire. Naar ik later vertrouwelijk van de minister zelf vernam was dat overigens niet nieuw. Bonaire schitterde altijd door afwezigheid en ‘stagnerende ontwikkelingen'. Zij gaf mij nog wel aan mijn werkzaamheden vooral voort te zetten. Dat ik de notulen niet haalde moest ik maar voor lief nemen. ‘Goed onderwijs komt doorgaans niet in notulen tot stand' voegde ze mij met een knipoog toe. Hoewel ik aan de juistheid van die woorden niet twijfelde vond ik het toen toch jammer dat ik die notulen niet had gehaald. Maar ... alle eilanden heb ik op kosten van die Antillen wel gezien! Waarom mijn gedeputeerde zich zo gedroeg? Het antwoord is van Antilliaanse eenvoud: hij was van de rode partij die de meerderheid op Bonaire had terwijl in het land de groene partij van Bonaire deel uitmaakte van de landsregering. Een succesvolle invoering van de basisvorming was dus geen rood belang. Het duurde nog maanden voordat ik voldoende inzicht in de samenleving en politieke cultuur had om in te zien dat ik werk deed wat geacht werd te mislukken. Waarom ik toch nog ruim 1,5 jaar ben doorgaan? Omdat juist de kinderen van Bonaire goed (beter) onderwijs verdienden. Niets meer, niets minder.

Albert Heijn op Bonaire!

LET OP: wil je deze berichten niet meer ontvangen?! Meld je even af! Ik kan dat niet voor je doen. Een simpele muisklik volstaat.

Gezond 2012! Hoewel in Nederland het voorjaar ook al lijkt te zijnaangebroken doen wij het natuurlijk niet voor minder dan zo'n graad of 30. Verschil moet er wel zijn/blijven. Inmiddels heeft 'de buitengewone gemeente' Bonaire ook het nieuwe jaar ingeluid en ook dat ging gepaard met een flinke hoeveelheid vuurwerk. In de regio is men vooral gek op het hardere knalwerk. Veel en vooral hard lijkt het motto. Op oudjaarsdag kregen we bij de nieuwe supermarkt (AH- en Euroshopperartikelen) een gratis pakje kerstkransjes en waren de chocoladeletters van de Sint in de aanbieding. Deze nieuwe supermarkt is naast een filiaal van Leen Bakker en Blokker een van de nieuwe verworvenheden van het nu 'Nederlandse' eiland. In ieder geval concurrentie voor de veelal Chinese supermarktjes en de nog weer kleinere lokale winkels. In de 'AH' (die naam hangt buiten niet aan de gevel maar wij weten beter) stuit je uiteraard vooral op Nederlanders. Juist in deze weken zijn er ook veel toeristen dus het parkeerterrein is altijd goed gevuld. En ja ... op oudjaarsdag waren er ook oliebollen.

Morgen kunnen we een kijkje nemen op de nieuwe HAVO-VWO-locatie van de eilandelijke scholengemeenschap (SGB). Een goede vriend is daar nu locatie-directeur. Het splinternieuwe gebouw is voor Antilliaanse begrippen in een recordtempo neergezet en oogtaan de buitenkant zeer fraai. Ook hier is enige jaren geleden besloten om de school op te splitsen in verschillende locaties om zo een kleinschaliger (en vooral veiliger) leeromgeving te kunnen garanderen. Op het 'oude' schoolterrein vind je nu een beroepsafdeling, het Junior College (klas 1 en 2) en een inmiddels flinke MBO-afdeling. De HAVO-VWO-locatie heeft een onderkomen gevonden op enige afstand van het centrum van Kralendijk maar dat lijkt eerder een voor- dan een nadeel. Uiteraard is met name de VWO-afdeling klein (rond de 20 leerlingen per leerjaar) maar het is voor de kinderen van Bonaire een enorm voordeel dat ze niet al op jonge leeftijd naar Curacao of Nederland moeten verhuizen om een VWO-opleiding te volgen. Die oversteek kunnen zenu gelukkig maken wanneer ze wat ouder en vooral volwassener zijn. Het nieuwe gebouw is in december officieel en feestelijk geopend en in gebruik genomen. Ieder lokaal heeft nu ook het onontkoombare smartboard en beamer dus er kan weer een nieuwe impuls gegeven worden aan de kwaliteit van de lessen. Ik heb zelfs begrepen dat er in de lokalen nu ook airo's zijn aangebracht en je mag van mij aannemen dat dat in de warmste en veelal windstille maanden van het jaar een verademing is. :Anders gezegd: een noodzaak om fatsoenlijk met onderwijs bezig te kunnen zijn. Wat je verder merkt van de nieuwe status van het eiland? Een oud-collega merkte met een brede glimlach op dat het eerste nieuwe gebouw dat op het eiland verrees nadat Bonaire officieel een buitengewone gemeente van Nederland was geworden het ... belastingkantoor was! Voor de Bonaireaan is dat symbolisch en geeft het precies aan waar de schoen zonder twijfel weer zal gaan wringen. Nederland heeft de eilandelijke schulden (in totaal 1,7 miljard voor de hele Nederlandse Antillen) voor 70% gesaneerd maar in de toekomst zullen ook hier de begrotingen sluitend moeten zijn. In het bestaan van deze eilanden is dat nog nooit gelukt en ik zie en ken ook geen redenen om aan te nemen dat dit in de naaste toekomst allemaal wel gaat lukken. Wat er anders moet is duidelijk: de inwoners van het eilandmoeten aan hun belastingverplichtingen voldoen. Daar gaat 'Nederland' nu in ieder geval vanuit en op toezien. Vandaar natuurlijk ook dat fraaie gebouw en de zoveelste lichting (ook in het verleden hebben we hiertoe fiscale assistentie verleend) Nederlandse ambtenaren die hier voor enige jaren hun tenten (zij wonen niet inde goedkoopste huizen op het eiland!) komen opslaan. Zoals het dus 'altijd' is geweest. Maar er is een verschil: je kunt nu ook naar AH en Leen Bakker! En wie wil dat nou niet?!

Bonaire een paradijs voor homo's: de geboorte van een rel (relletje!)

Verontwaardigt reikt een Bonairiaan mij door zijn geopende autoraam (het raam is overigens helemaal verdwenen) de EXTRA aan. Hij wijst op de kop die vandaag de gehele voorpagina in neemt. Ik lees en spreek nauwelijks Papiamentu maar ik herken de woorden 'GEEN STIJL' én homo én paradijs. Je hoeft niet veel meer te weten om te bedenken welke kant dit uitgaat. 'Dit kan toch allemaal niet! Wij zijn een kleine gemeenschap. Het geloof (lees: katholicisme) is hier belangrijk. Waarom doet men dit?' Mijn onthutste Bonairiaan neemt een slok van zijn flesje Polar en schudt nog maar eens mismoedig zijn hoofd. Ik zeg hem nog dat GEEN STIJL niet de spreekbuis is van ALLE Nederlanders en iets over provoceren, satire, humor, culturele verschillen en ... ach, het maakt allemaal niet zo veel uit. Hij luistert al lang niet meer. Zijn punt is gemaakt en daar ging het om.'Thuis' vind ik op het Internet al gauw de oorzaak van het artikel in de EXTRA. Arie Boomsma (voorheen de niet-homo van de EO en nu van deKRO) heeft hier op Bonaire een jongen Bonairiaan in het ouderlijk huis uit de kast laten komen (de schande die zoiets met zich meebrengt zal hier nog wel enkele maandenals een tropische storm rond de familie van de jongen blijven woeden) en dat heeft op de webiste van GEEN STIJL tot een artikel geleid waarin Bonaire wordt aangeprezen als homo-paradijs. Ik heb het artikel gelezen. Echt lollig is het niet (laten we zeggen dat smaken verschillen)en het is niet zo moeilijk om in te vullen tot welke reacties zo'n bericht dan weer aanleiding is. Gewoon GEEN STIJL dus. Ik ken in Nederland niet zo heel veel mensen die zich hierover zouden opwinden.Op Bonaire is het echter het zout in de wonden van de mensen die per definitie moeite hebben met de macamba's (=Nederlanders) en nu 'wij' sinds 10-10-10 van Bonaire ook nog een buitengewone Nederlandse gemeente hebben gemaakt ('het volk' voelt zich in die gezamenlijke beslissing niettot nauwelijksgekend) is er niet zo heel veel nodig om de geest uit de fles te laten. Voeg daarbij het alom aanwezige gevoel (het is overigens ook gewoon een feit) dat er meer en meer macamba's op het eiland neerstrijken ... de EXTRA (25.000kranten per dag op de benedenwindse eilanden) weet er wel raad mee!Dit neokolonialisme, er worden hier in de politiekvaak en veel grote woorden gebruikt, heeft het eiland al het homohuwelijk gebracht maar echte homo's ... daar moeten ze hier toch echt niet aan denken. Kortom: ARIE BEDANKT!

Opvallendste verschil met de periode 1997-1999? Ik kan mij niet herinneren dat ik toen niet kon parkeren waar en wanneer ik dat wilde. Nu heb ik al drie keer een rondje door het centrum van Kralendijk moeten rijden op zoek naar een parkeerplek. Het is drukker dan toen. Veel drukker! Dat klopt overigens met de cijfers. In 1999 woonden er bijna 13.000 mensen op het eiland. In 2004 was dat gezakt naar minder dan 10.000. Nu staat de teller op 15.666(!)inwoners (volgens CBS in januari 2012). In absolute zin stelt het natuurlijk allemaal nog niet zo veel voor maar het is uiteraard een extreem hoog groeipercentage. Vraag die het oproept: kan een samenleving een dergelijke groei wel fatsoenlijkopvangen? En wat als dat vooral ook veel (bemiddelde) Europese Nederlanders zijn? Je zou je kunnen afvragen welke integratieproblemen dit alles met zich meebrengt. Wat zijn de gevolgen voor de Bonaireanen? En dan lijken Bonaire en Nederland wat betreft hun problematiek opeens weer heel erg op elkaar. Geruststellende gedachte. Of helemaal niet?! Ga ik verder over nadenken de komende week.

Leestip voor mensen die Bonaire 'kennen' en/of er gewerkt hebben: Marcel de Jong, Tropenkolder. Marcel was in 1997-1998 een collega van ons. Ik zou zijn roman niet geschreven kunnen hebben (er zijn mijns inziens heel veel Bonaireanen die wel deugen en heel veel kinderen die wel vooruit willen!) maar de sfeerbeelden zijn nu en dan zeer treffend. Daarnaast een goede schets van de politieke verhoudingen en machinaties op het eiland. Overigens niet alleen karakteristiek voor Bonaire maar zeker ook voor de andere eilanden die deel uitmaken van het Koninkrijk (in welke vorm dan ook).

Terug naar Bonaire

Ik was hier eerder. Wij waren hier eerder. We woonden en werkten hier eerder. Om precies te zijn aan het eind van de vorige eeuw (1997-1999).We waren net voor het begin van het nieuwe millenium terug in Nederland. Met het aanbreken van het nieuwe millenium had onze terugkeer overigens niets te maken. Dat is een veel langer verhaal. Geen verhaal voor eerste kerstdag. Dat kan wachten. De komende twee weken staan voor ons dus zeker niet alleen in het teken van zon, strand en een terrasje aan de boulevard van Kralendijk. Het is ook een reis naar een stukje uit ons verleden dat ooit diepe indruk maakte. En ons veel over onszelf leerde. En ik wil de foto's maken die ik toen niet maakte. Omdat alles al zo snel zogewoon was. In 1997 stapten we overigens met het hele gezin in het vliegtuig zonder een mobiele telefoon. Mijn eerste mobieltje kocht ik pas in 1999 na terugkeer in de grijze polder (het eerste jaar na terugkeer vond ik Nederland vooral grijs en had ikook de indruk dat het altijd regende, waaide en herfst was). Vlak voor ons vertrek toen nog wel snel een faxapparaat aangeschaft. Een computer hadden we wel maar een Internetverbinding was voor ons toen te kostbaar en ach ... dat analoog inbellen ... het duurde allemaal zo lang ... en verbindingen waren zo traag. Nu tik ik een stukkie in een huis nog geen 50 meter van de plek waar we toen woonden en kan ik gebruik maken van WiFi en bereik ik honderden geinteresseerdenbinnen eenpaar seconden. Met foto's. Desnoods tientallen foto's. Toen schreef ik nog brieven en stuurde ik foto's over de Atlantische Oceaan met een vliegtuig. Dat was dus niet in de 16e of 17e eeuw maar nog geen 15 jaar geleden. Zojuist ging de mobiele telefoon! Stond ik net een slavenhuisje te fotograferen. Of ik misschien toch niet wilde meespelen in de Oudejaarsloterij! Deed ik het niet dan liet ik zeker enkele miljoenen liggen. Ik heb toch maar gezegd dat ik geen interesse heb (ik doe overigens al mee MET Jackpot!). Morgen laat ik die telefoon gewoon helemaal thuis. Nou ja ... niet thuis natuurlijk maar zo voelt het toch een beetje. Meer te verhalen na kerst. Nu eerst de zee in! Onbetaalbaar.