District Six; verhaal van een tragedie (zie ook Foto's)
Het kan niemand ontgaan dat een van de waardevolste stukken grond in Kaapstad, zelfs van het land, braak ligt. En dat al ruim veertig jaar. Dat projectontwikkelaars en bedrijven hier niet hun slag hebben geslagen kan alleen begrepen worden door een diepe duik te nemen in de soms zo weerzinwekkende geschiedenis van de apartheid. In het District Zes museum, dat is gevestigd in de voormalige Methodistenkerk aan de Buitenkantstraat, heb ik een afspraak met Joe Schaffers. Joe, zelf een kleurling en zoals hij zelf aangeeft vooral ook jazzmusicus, is al jarenlang als gids verbonden aan het museum en als voormalig inwoner van District Zes ook pleitbezorger van een nieuwe toekomst voor zijn wijk. Joe zal mij vandaag op een wandeling door het District, of beter gezegd wat daar van over is, meenemen en daarmee prijs ik mij zeer gelukkig.
‘Een van de beginsels van de apartheid,' zo vertelt Joe mij terwijl we door Harringtonstraat lopen, eens het hart van de Joodse wijk van Kaapstad, ‘was dat Nasionale Party ieder aandeel in een gemeenschappelijke Zuid-Afrikaanse nationaliteit van al diegenen die niet blank waren ontkende. Zij behoorden tot de Swazi, Tsonga, Venda, Xhosa, Zoeloe, Tswana, Indiërs en de kleurlingen. En dan vergeet ik vast nog een paar. Iedere groep, met uitzondering van de Indiërs en de kleurlingen, had volgen de apartheidsideologie een eigen historisch thuisland. Die thuislanden waren echter vreselijk versnipperd geraakt en het waren geen gebieden waar je eenvoudig een bestaan kon opbouwen. Je zou ook kunnen zeggen dat je in de meeste thuislanden helemaal geen kans had op een menswaardig bestaan.'
‘Welke gevolgen kon een en ander hebben voor de zwarte Afrikanen?' vraag ik terwijl we langzaam de leegte van District Zes binnen wandelen.
‘Iedere Afrikaan kon op ieder willekeurig moment worden gedeporteerd omdat hij buitenlander was,' zegt hij.
‘Naar een gebied waar men waarschijnlijk nog nooit was geweest. Dat was toch waar het op neer kwam?' Het was meer een constatering dan een vraag van mijn kant.
‘Ja, dat was veelal het geval.' Joe houdt er al pratend een stevig wandeltempo op na. ‘Mensen werden verwijderd van de plaats waar hun familie wellicht al enkele generaties woonde en ze werden gedumpt in een thuisland waar ze nog nooit geweest waren en ze vrijwel geen mogelijkheden hadden om een bestaan op te bouwen. In het begin hadden ze daar ook niet veel meer dan een tent in een vies kamp. Je kon er al heen gestuurd worden wanneer je papieren niet in orde waren. Deze vorm van verbanning werd overigens ook als sanctie gebruikt bij boetes en gevangenisstraf.'
‘Maar dat heeft hier in District Zes toch niet gespeeld?'
Stan blijft stilstaan en kijkt enkele seconden om zich heen. Er is nergens iemand te zien terwijl we ons toch zo dicht bij het centrum van de stad bevinden.
‘Naast de individuele ballingschap en het daarmee verbonden leed,' vervolgt Joe zijn verhaal, ‘had je ook te maken met de verplaatsing van grote groepen mensen die simpel weg de pech hadden op de verkeerde plek te wonen. In 1950 werd de Wet op de Groepsgebieden van kracht. Miljoenen Afrikanen, Indiërs en kleurlingen kwamen al snel tot de ontdekking dat hun woonplaatsen door ambtenaren zonder enige kennis van de situatie ter plaatse waren aangewezen als land voor bewoning door een andere raciale groep. Uiteraard meestal blanken. Veel van die gebieden waren feitelijk buitenwijken. De bewoners werkten veelal in de grote stad. Zij werden afgevoerd naar de dichtstbijzijnde thuislanden.'
‘Uren verwijderd van de plaatsen waar ze werkten,'zeg ik.
‘En dat was niet het enige probleem,' zegt hij. ‘Huren waren vaak buitensporig hoog en schoon water was er nauwelijks te krijgen.'
‘In District Zes woonden echter ook veel kleurlingen en Indiërs,'zeg ik.
Joe stopte plotseling en wees naar de linkerkant van de straat. ‘Daar heb je de boekwinkel van Beikinstadt. Die winkel is er al drie generaties. De familie Beikinstadt kwam oorspronkelijk uit Litouwen.'
De bebouwing in de straten werd steeds vaker onderbroken door braakliggende kavels. Hier en daar waren de stoepjes, die ooit naar de nu verdwenen huizen hadden geleid, nog tussen het onkruid zichtbaar.
‘De Wet op de Groepsgebieden gold ook voor kleurlingen en Indiërs,' zegt Joe, de draad van ons gesprek weer opvattend. ‘'Echte thuislanden konden zij in Zuid-Afrika natuurlijk niet hebben. Dat beweerde zelfs de nationalistische regering niet. Maar ook de kleurlingen en Indiërs werden dus gedwongen de raciaal gemengde districten te verlaten waarin zij hadden geleefd. Vooral in Kaapstad. Families werden verdreven naar troosteloze nieuwe voorsteden op de Cape Flats, met name Mitchells Plain. De huizen die waren ontruimd werden vaak goedkoop opgekocht door projectontwikkelaars.'
‘En die huizen werden na renovatie met veel winst doorverkocht,'vul ik Joe aan.
Op het kaartje van de oorspronkelijke wijk zie ik dat we al pratend zijn aangekomen in het gebied waar voorheen het hart van deze gekleurde arbeiderswijk klopte. Clifton-, Arundel-, Richmond- en Horstleystraat liepen vroeger stijl omhoog in de richting van de Tafelberg, Nu is er van de straten niets anders over dan door onkruid overwoekerde hoopjes stenen.
‘Hier speelde ik als kind vaak met mijn vriendjes. Er was hier altijd wat te beleven,'zegt Joe.
Het is opvallend om te zien dat in District Zes de kerken en moskeeën grotendeels gespaard zijn gebleven. Uit hun aanwezigheid kun je opmaken dat er hier ooit een bloeiende gemeenschap moet zijn geweest.
‘Hier bevond zich het kloppende hart van District Zes,' zegt Joe terwijl hij zijn bril naar zijn voorhoofd verschuift om even kort in zijn ogen te wrijven. ‘Hanover straat. Hier vierden alle inwoners van het District hun oudejaarsfeest. Dat was altijd een waar spektakel.'
Even later lopen we langs de berg stenen, de plek wordt aangeduid met de naam Seven Steps, die iedere voorbijganger er aan moet herinneren wat er hier is gebeurd.
‘Tussen 1966 en 1980 zijn hier ongeveer 60.000 mensen uit hun woningen gezet en zijn die woningen vervolgens door bulldozers met de grond gelijk gemaakt. District Zes is verloren gegaan maar het apartheidregime heeft hier ook een bittere nederlaag moeten slikken. In potentie was en is dit een van de waardevolste stukken grond in het land maar zoals je ziet ligt het nog steeds braak. Iedereen erkent dat dit vervuilde grond is. De symboliek van deze plek weerhoudt zelfs projectontwikkelaars er nog steeds van hier geld te verdienen.'
Ik bezoek met Joe nog kort de moskee (ook een aantal kerken is niet ten prooi gevallen aan de bulldozers) aan de Aspelingstraat alvorens op de plek waar ooit zijn ouderlijk huis stond, De Villiersstraat 7, afscheid van hem te nemen.
‘Ik hoop dat je mijn District een plaatsje in je boek zult geven,'zegt hij vriendelijk terwijl we elkaar de hand schudden, ‘onder dit onkruid gaat een heel wezenlijk verhaal schuil.'
Reacties
Reageer
Laat een reactie achter!
- {{ error }}