De bittere strijd om het land
Ik heb een onderkomen gevonden in Heidelberg. Het Bed & Breakfast heet Happy Uncle's en is eigendom van Kobus en Karen. De benaming van het onderkomen is in die zin misleidend dat er geen ontbijt wordt geserveerd. Ik maak er verder geen probleem van want op mijn weg door Heidelberg heb ik zeker twee kleine supermarkten gezien en dat zijn er meer dan voldoende om zelf wat broodjes, kaas en melk in te kopen. Kobus is boer. Karen beheert het landhuis waarin hun eigen gasten en nu en dan toeristen worden ontvangen. Het huis is van alle gemakken voorzien en kan aan zeker tien gasten onderdak bieden. Vandaag ben ik de enige gast. Het comfortabele huis ligt op een plek waar je prachtig uitzicht hebt over de omgeving. Heidelberg wordt doorsneden door de N2. De autoweg vormt de scheidslijn tussen blank en zwart Heidelberg. Ten noorden van de weg wonen de blanke inwoners van Heidelberg, de hoofdstraat draagt zoals in door Afrikaners gevestigde nederzettingen wel vaker het geval is de naam van Jan van Riebeeck, terwijl de zwarte inwoners in hun township ten zuiden van de weg wonen. Aan het eind van de werkdag zie ik de zwarte werknemers te voet de blanke wijken en boerenbedrijven verlaten op weg naar hun huisjes aan de andere kant van het dorp. De N2 is de voelbare en zichtbare grens tussen blank en zwart. Nog steeds.
's Avonds drink ik met Kobus, geheel tegen mijn gewoonte in, een flesje Amstel. Hij biedt het mij aan. Enerzijds wil ik niet onbeleefd zijn terwijl ik ook graag een sfeer wil scheppen waarbij hij zich uitgenodigd voelt om te praten. Pratende mensen, zo heb ik geleerd, leveren nu eenmaal meer verhalen op dan zwijgers. Ik wil graag meer weten over de landhervormingen en blijk bij Kobus aan het goede adres te zijn.
Op de bijna 90 miljoen hectare landbouwgrond die Zuid-Afrika heeft (Zuid-Afrika is 30 keer groter dan Nederland) boerden tijdens de apartheid vooral blanke boeren. Tijdens de apartheid raakten veel zwarte landeigenaren hun land kwijt. Er bleef hen niets anders over dan knecht te worden van de blanke baas. In 1994, het jaar waarin het ANC aan de macht kwam, was 87 procent van de landbouwgrond in handen van een kleine blanke minderheid die niet meer dan 10 procent van de totale bevolking uitmaakte. Dat kon na de afschaffing van de apartheid natuurlijk niet zo blijven. Het ANC lanceerde een landhervormingsprogramma waarbij land weer terug in zwarte handen zou moeten komen. De plannen die in 1994 door de regering van Nelson Mandela werden gepresenteerd gaven aan dat in twintig jaar tijd 30 procent van de landbouwgrond weer in zwarte handen moest zijn. ‘Een ambitieus plan dacht ik toen maar ik vond het ook van een realistische kijk op de werkelijkheid getuigen,' merkt Kobus op terwijl hij, alleen deze keer, aan zijn tweede flesje Amstel begint.
‘Die deadline is over vier jaar en iedereen weet dat die 30 procent nooit gehaald gaat worden. Dat heeft enerzijds te maken met het feit dat de overheid niet voldoende geld heeft om land te kopen van blanke commerci?le boeren terwijl anderzijds de laatste vijftien jaar ook duidelijk is geworden dat de grond die nu wel in handen van zwarte boeren is nauwelijks productief is. Onlangs nog gaf de minister van landhervorming aan dat 90 procent van de zwarte boeren niet in staat is om van hun bedrijven een rendabele onderneming te maken.'
‘Wat zijn daarvan de oorzaken?' vraag ik terwijl ik aan alweer een nieuwe bladzijde in mijn aantekenboekje begin.
‘Het grootste probleem is hun gebrek aan kapitaal. Je kunt dan wel land hebben maar daarmee ben je er uiteraard niet. Je hebt ook tractoren, zaden, kunstmest, vee, ploegen en arbeidskrachten nodig en dat kost allemaal geld. Veel geld. De fondsen die de overheid beschikbaar heeft zijn niet toereikend. Een lening bij de bank is voor veel van deze boeren ook geen optie want ze zijn niet voldoende kredietwaardig. Veel grond van deze zwarte boeren ligt dus braak. Maar het gaat niet alleen om het gebrek aan kapitaal. Er is ook onvoldoende kennis om een boerenbedrijf rendabel te maken. Er zijn mensen die een boerenbedrijf zijn begonnen of hebben overgenomen maar die niets weten van de bedrijfstak. Ze weten niet hoe ze groenten moeten kweken, zaaien, oogsten, een tractor moeten besturen en repareren, hoe je dat alles moet managen. Ze hebben vaak geen benul van de werking van de markt. Veel zwarte boeren produceren vanuit hun traditie voor eigen gebruik maar niet voor de markt. Ze denken niet commercieel. Er moet dus ook een mentaliteitsverandering komen.'
‘Is er al zicht op een andere aanpak vanuit de regering?'
‘Ja die is er. Er is al een enorme stap gemaakt door te erkennen dat landhervormingen hebben gefaald. Het duurt ook altijd enige jaren voordat een overheid haar eigen falen inziet en erkent. Dat zal bij jullie wel niet anders zijn. De minister heeft nu aangegeven dat hij voorlopig niet meer land wil uitgeven maar er eerst voor wil zorgen dat de bestaande bedrijven naar behoren gaan produceren. Dat gaat dus geld kosten maar dat zal moeten worden vrijgemaakt. Er is geen ander mogelijkheid en op termijn gaat het wel over de bedreiging van de voedselvoorziening van 50 miljoen Zuid-Afrikanen. Er is echt niemand in Zuid-Afrika die toe wil naar een situatie als in Zimbabwe. Een idee wat ook steeds meer navolging krijgt is de inzet van blanke gepensioneerde of zelfs nog actieve boeren. Mijn vader is betrokken bij zo'n project. Hij is niet meer actief op ons bedrijf maar geeft nu adviezen op een tweetal bedrijven in de omgeving van Heidelberg die door zwarte boeren zijn overgenomen. Mijn persoonlijke mening is dat de overheid ook niet iedereen moet toestaan om een boerenbedrijf te beginnen. Je mag toch tenminste wel de eis stellen dat er een deugdelijk bedrijfsplan ligt?! Het hebben van een boerenbedrijf is geen statussymbool maar een uiterst serieuze zaak.'
En toen was Kobus weer twee flesjes Amstel verder. En ik vijf bladzijden in mijn aantekenboekje.
Reacties
Reageer
Laat een reactie achter!
- {{ error }}