Che en de kleine prins (en ... de Chinezen komen!)

Op het sfeervolle Plaza de Armas in het oude centrum van Havana, in deze buurt hebben recentelijk renovatiewerkzaamheden plaatsgevonden, vind je vrijwel de hele communistische literatuur zoals die de voorbije eeuw is uitgegeven. Spaanse vertalingen van de werken van Lenin, heel veel gedachten en redevoeringen van Fidel en nog heel erg veel meer (foto-)boeken van en over Che. Wat de Argentijnse revolutionaire held Guevara betreft moet opgemerkt worden dat er over hem nog jaarlijks nieuwe boeken verschijnen terwijl dat bij Lenin in het geheel niet het geval is en ook Fidel nu toch langzaam aan en noodgedwongen opdroogt. Che is nog altijd zeer populair onder met name ook de toeristen die Cuba bezoeken en daarom is Che ook werkelijk overal aanwezig in de vorm van boeken, posters, ansichtkaarten, sleutelhangers, boekenleggers, petten, t-shirts en nog veel meer. Aan Che valt geld te verdienen en dat heeft men ook in Cuba natuurlijk al lang begrepen. Ik vraag mij vooral af hoe Che, trekkend aan een immens grote sigaar, dit alles zelf beoordeelt zittend in een schommelstoel in de communistische afdeling van de hemel. Laten we het er vooralsnog op houden dat hij in ieder geval bezwaar zou hebben gemaakt tegen de sleutelhangers. Tussen al dit revolutionaire retorische geweld opvallend vaak een heel klein boekje over een kleine prins. Hoewel veel kleiner dan de salontafelformaat boeken over Che springt die kleine prins mij iedere keer meteen in het oog. Gevoed door de mooie herinneringen aan een vriend. Op een fris geschilderde muur vlak bij het Parque Central staat geschreven ‘Zien kunnen we het best met ons hart. Waar het werkelijk om gaat is met het oog niet waarneembaar.' Later die dag bel ik mijn jongste zoon om te horen dat AJAX van Feyenoord heeft gewonnen. Ik zie Peter in de afdeling voor Ajacieden in de hemel een van zijn karakteristieke vreugdesprongetjes maken. Laten we het zien met het hart noemen.

Naast mijn hotel is een huis ingestort. Ik neem aan dat het vannacht is gebeurd want gisteren stond het geraamte er nog. Slachtoffers zijn er niet gevallen want in het huis woonde al niemand meer. Het pand was al langer reddeloos verloren. Op straat rest niet veel meer dan puin, grijs en wit steengruis en een enkele gebroken dakpan. Wat nog bruikbaar was (balken, kozijnen, deuren) was al weggehaald door de Cubanen die de stoutste schoenen dragen. De voorbijgangers keuren het tafereel geen blik waardig. Voor hen is het een natuurwet want in Havana sterven huizen zoals mensen. Soms aangekondigd en nu en dan ook bij complete verrassing. Wat de huizen in dit deel van de oude stad betreft is alles het gevolg van een combinatie van vocht, zilte lucht, orkanen, overbevolking, betonrot en vooral gebrekkig onderhoud. In Centro Habana en La Habana Vieja wordt een op de twee panden aangeduid als vatbaar voor instorting. Toch zie ik tussen al die zwaar gehavende huizen nu en dan ook een fris geschilderde gevel en een keurig betegelde buitenmuur. Niet iedereen heeft de strijd tegen de elementen en het leven in deze heilstaat opgegeven. Er zijn mensen die hun leven met een likje verf wat meer kleur willen geven en ook nog aan verf weten te komen. Of dat de nieuwe mensen zijn waar Che in zijn geschriften op duidde durf ik te betwijfelen. Ik denk dat het mensen zijn die niet van lelijkheid houden. Die likjes verf lijken overigens niet op zichzelf te staan. Ook in hotel Lincoln wordt volop gerenoveerd en de grote hotels die rond het Parque Central zijn verzameld hebben allemaal een fikse onderhoudsbeurt ondergaan. Zou het mogelijk zijn om uit deze verregaande staat van aftakeling op te krabbelen? Ik zie persoonlijk geen reden om daar niet in te willen geloven. Dat geloof heeft met ideologie verder niet veel te maken. Ik gun iedereen waar ook ter wereld wat minder lelijkheid.

Van die lelijkheid naar onze oude stads- en streekbussen is maar een klein stapje! Begin jaren negentig overheersten die oude gele bussen, die wij allemaal kennen uit ons eigen vertrouwde straatbeeld, het straatbeeld in vooral Havana. In Nederland toe aan definitieve afschrijving bleek een deel van dit wagenpark nog bijna twee decennia lang mee te kunnen in Cuba. Aan die tijd is nu zo goed als een eind gekomen. Dat heeft met twee dingen te maken. Enerzijds vallen de bussen nu zo langzamerhand helemaal uit elkaar en zijn de grenzen van het eindeloos reviseren van de motoren ook bereikt. Anderzijds heeft het verdwijnen van deze bussen ook te maken met de groei van de Cubaans-Chinese vriendschap. Vele duizenden stadsbussen van de firma Yutong, honderden locomotieven en vele tienduizenden koelkasten (in Cuba kun je niet zonder) en rijstkokers hebben hun weg naar Cuba gevonden en die stroom producten zal de komende jaren alleen maar verder groeien. De handel tussen beide landen bedraagt inmiddels al meer dan een miljard dollar per jaar. Feit is wel dat China vooral naar Cuba exporteert, meer dan omgekeerd het geval is. Waar het de Chinezen vooral om te doen is? Nikkel en ... olie (in de olierijke Golf van Mexico boren ook de Cubanen naar het zwarte goud). Dat het hier om een, ideologische gezien, broederstaat gaat is uiteraard niet echt van belang. Binnen het Chinese model zijn politiek en economie al veel langer losgekoppeld. Grote vraag die onder de Cubanen leeft is natuurlijk wel in hoeverre de oude broers Castro, nu ze zoveel intensiever met de Chinezen samenwerken, ook zullen overwegen om de politiek en economie in meer of mindere mate van elkaar los te koppelen. Er is beweging maar nog te veel gering om er conclusies aan te kunnen verbinden. Voor de gemiddelde Cubaan is er echter hoe dan ook hoop op een beetje minder lelijkheid. Want ... die Yutong bussen zijn heel veel fraaier dan onze afdankertjes.

‘Rijk is niet wie veel bezit, maar wie weinig nodig heeft.'

Veel gehoorde uitspraak op Cuba.

Reacties

Reacties

bos

Geweldig verhaal. Klopt met de door ons waargenomen situatie.Er is dus in die jaren weinig ver anderd.Bovendien zit je nog in het "rijkere" gedeelte van Cuba Veel plezier nog. GRT Henk

John Schapendonk

Hoi Marco,
Wat een heerlijke verhalen weer en sfeervolle foto's. En je jaar is nog lang niet afgelopen. Genieeeeeeeeeeeeeeeeten.
Groetjes,
John

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!